Fryslân yn de Gouden Iuw
€ 49,90
Hoe seach Fryslân der yn de Gouden Iuw út? Wat hat tusken 1585 en 1685 it ûnderskiedende west fan Fryslân binnen de Republyk? Fryslân ûnderskiede him fan de oare gewesten troch in eigen steedhâlder, in bloeiende akademy en troch in taal.
Lju út de boargerij koenen foar it earst in foarnaam plak fine yn de maatskippij en waarden sa diel fan de regintemacht. In nije, ûnôfhinklike steatsfoarm koe opboud wurde. Mar om 1620-1630 hinne waard yn reginterûnten eigenbelang boppe publyk belang steld en de ekonomyske efterútgong fan 1650 ôf makke dat doe in iuwen duorjende statyske stannemaatskippij ûntstie.
De Gouden Iuw wie foar Fryslân in bloeiperioade dy’t noait mear neifolging krige.
Philippus Breuker (1939) hat meiwurker fan de Fryske Akademy west en heechlearaar oan de universiteiten fan Leiden en Amsterdam. Hy publisearret oer skiednis, letterkunde en lânskip fan Fryslân.
Gerelateerde boeken
-
Simon Stevin (1548-1620)
Volgens Stevin is een natuurverschijnsel een wonder zolang het niet wordt doorgrond. Zodra men het natuurverschijnsel door theoretische beschouwingen of uitgevoerde of bedachte experimenten kan verklaren, is het geen wonder. Deze aanpak is de start voor een nieuwe manier om wetenschap te bedrijven. Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken. Hij boog zich over wiskundige problemen, maar dacht ook na over logica, legerorganisatie, omgangsvormen … Stevin publiceerde rentetabellen en verdedigde de theorie van Copernicus. Hij introduceerde in onze taal woorden zoals onder meer evenaar, omtrek, middellijn, scheikunde, evenwijdige
lijnen … -
-
Bernard Mandeville
Bernard Mandeville (1670-1733) is vooral bekend van zijn Fabel van de bijen. In dit vlot geschreven boek rekent hij af met het verzengende moralisme van zijn tijd en legt hij de basis voor een nieuwe economische theorie. Niet de deugd maar de ondeugd, het eigenbelang, zet mensen aan tot actie, schrijft hij. In deze eerste grote biografie over Mandeville leren we hem kennen als een veelzijdig en scherp denker met een gouden pen. Openhartig vertelt hij over zaken als seksualiteit en psychische ziekten. Ook zijn pleidooi voor vrouwenemancipatie is vernieuwend. Denkers als David Hume, Adam Smith en Charles Darwin schreven dat ze schatplichtig waren aan deze grote Rotterdammer.
Renatus Willemsen studeerde economische geschiedenis, bedrijfskunde en filantropie. Hij werkte als directeur beleggingen bij verschillende financiële instellingen.
-
Abe
‘Abe Lenstra was een sprookje, dat je
elke dag weer aan jezelf vertelde’ (Jan Mulder)‘Abe, Abe, Abe!’ Zelfs jaren na het afscheid van Abe Lenstra
(1920-1985) als international, werd die kreet nog bij wedstrijden
van het Nederlands elftal gescandeerd. Zelden werd een voetballer
zo bewierookt als het Friese fenomeen, dat lucratieve aanbiedingen
van buitenlandse clubs achteloos terzijde schoof. Zijn verbluffende
voetbalcapaciteiten in combinatie met zijn eigenzinnige karakter
maakten dat ús Abe in de jaren veertig en vijftig van de vorige
eeuw uitgroeide tot onze Abe: een nationale held van mythische
proporties, de Johan Cruijff van zijn tijd.
In dit boek wordt het hele verhaal verteld: over het kind,
de jongvolwassene tijdens de oorlogsjaren, de voetballer,
de allround sportman, de Fries, het fenomeen én de mens
achter de mythe.
Johann Mast (Donkerbroek, 1970) is sportverslaggever en
columnist bij de Leeuwarder Courant.