De Johanneskerk van Weidum
€ 12,50
De Johanneskerk van Weidum is een van de weinige Friese kerkgebouwen die gedurende de laatste eeuwen amper wijzigingen hebben ondergaan. De tufstenen toren dateert uit ongeveer 1100 en het schip is ruim honderd jaar later opgetrokken uit kloostermoppen. Binnen vinden we sporen uit de romaanse tijd (de voet van een doopvont en sarcofaagdeksels), de gotiek (grafzerken en geschilderde wijdingskruisen), de renaissance (grafzerken) en de barok. Tot die laatste stijl kunnen we het waardevolle interieur rekenen, dat geplaatst is rond 1710 en vrijwel compleet bewaard is gebleven. Het laatromantische orgel dateert uit 1889. Achter al het fraais dat er in de kerk te zien is, zit natuurlijk een verhaal. Met dit boek is geprobeerd om die verhalen toegankelijk te maken.
Auteur Willem Hansma is als docent Nederlands en kunstgeschiedenis werkzaam in het middelbaar beroepsonderwijs. Daarnaast is hij kerkrentmeester van de Laurentiuskerk in Raerd (SWF).
Gerelateerde boeken
-
Mevrouw Sapiens
In de prehistorie hielden mannen zich bezig met jagen. Vrouwen verzamelden bessen, kookten en zorgden voor de kinderen. Zo staat het in de lesboekjes. Maar klopt dit beeld? Een internationaal team van meer dan dertig wetenschappers twijfelt er ernstig aan. Uit allerlei vondsten blijkt dat mevrouw sapiens, de prehistorische vrouw, veel machtiger en krachtiger was dan lang is gedacht.
Thomas Cirotteau is auteur en regisseur. Hij maakte de documentaire Lady Sapiens en de internationaal bekroonde film Qui a tué Néandertal?
Dr. Jennifer Kerner is docent prehistorie aan de Université Paris-Nanterre. Ze is tevens verbonden aan het CNRS (Centre National de la Recherche Scientifique) en aan verschillende musea.
Eric Pincas is historicus en journalist. Hij is hoofdredacteur van Historia. -
Op reis met de Klipfontein
In 1946 monsterde Toine de Meijer als scheepsarts aan op de Klipfontein, een vrachtschip met passagiersaccommodatie. Zijn eerste reis was naar Nederlands-Indië, waar ze onder andere militairen naartoe brachten en repatrianten ophaalden. Vervolgens voer hij langs de kusten van Afrika en ten slotte naar West-Indië. Bijna dagelijks schreef hij brieven aan zijn ouders en vertelde daarin over de plaatsen die hij bezocht, het leven aan boord en over de mensen die hij ontmoette. Toine was een humoristische en vaak vileine observator. De welgestelde elite met wie hij dineerde aan de officierstafels, de bemanning, de dekpassagiers met hun levende have, de mensen aan de wal: ze komen tot leven in zijn beschrijvingen én in zijn potloodtekeningen. Ook geven de brieven een inkijk in de koloniale wereld waarin Europa destijds nog volop verkeerde, met de grote verschillen tussen de westerse passagiers en de inheemse bevolking.
Tijdens de eerste reis met de Klipfontein ontsproot de liefde tussen Toine en Steventje Ligtelijn. Ze trouwden in 1948 en uiteindelijk besloot Toine zijn varende bestaan op te geven en huisarts aan wal te worden. Hun oudste dochter, Mirjam de Meijer, kreeg pas na de dood van haar ouders de brieven in handen. Ze besloot deze brieven te bundelen in dit boek. Een uniek stuk familiegeschiedenis wordt hiermee blootgelegd, maar ook een reisverhaal dat een interessant tijdsbeeld geeft, met als rode draad het reilen en zeilen van een scheepsarts.